Francien van den Heuvel verhaalde op 31 juli over overstromingen en hoe de Bosschenaar daarmee omging. Het beeld van een ondergestroomde A2 aan de zuidkant van de stad in het jaar 1995 staat velen nog vers in het geheugen. Bijna twee weken was de A2 onbegaanbaar voor het verkeer. In 1996 dreigde een herhaling van de overstroming van 1995. Het kwam niet zover.
Maar de watersnoden die de stad in het verleden te verwerken kreeg, verliepen vaak dramatischer. Op vrijdag 24 juni jl. Verdedigde Francien van den Heuvel haar proefschrift ‘’s-Hertogenbosch, eiland in een onmetelijke zee’: Omgangsstrategieën van de stedelijke overheid en de bevolking van ’s-Hertogenbosch met hoog water en overstromingen (1740-1995)’ online aan de Open Universiteit in Heerlen.
Kwetsbaar en veerkrachtig
‘s-Hertogenbosch had in de geschiedenis te maken met serieuze wateroverlast, zoals hoogwater, overstromingsrampen en ijsvloeden. Hoe verliep de hulpverlening in ’s-Hertogenbosch? En hoe gingen landelijke, regionale en lokale overheid en waterschappen daarmee om?
Francien van den Heuvel laat zien dat ’s-Hertogenbosch zowel kwetsbaar als veerkrachtig was. De stad wist zich te redden tijdens de grote watersnoden en bood zelfs hulp aan de omliggende dorpen, zoals bijvoorbeeld in 1861. De stad ving toen bijna 2000 inwoners uit de Bommelerwaard op, gevlucht voor een overstroming.
Herinneringscultuur
‘s-Hertogenbosch nam daarnaast maatregelen op het gebied van preventie en maakte afspraken met waterschappen rondom de stad. De oprichting van een nationale waterstaatsdienst in 1798. De verlegging van de Maasmond in 1904 en de normalisatie van de Maas in de jaren dertig van de twintigste eeuw laten zien hoe de mens zichzelf beschermde. De watersnoden worden in tal van uitingen herdacht, bijvoorbeeld in herinneringsboeken, proza en poëzie, ansichtkaarten, radio- en televisieprogramma’s vanaf de twintigste eeuw maar ook merktekens in de openbare of privéruimten. Francien vertelt erover.