Henk Kuipers - Het Wonder van Empel
Het voorspel
Nadat de prins Willem van Oranje in 1584 door Balthasar Gerards was doodgeschoten ziet Spanje zijn kans schoon de opstand in de Nederlanden nu definitief de kop in te drukken. Het Spaanse leger neemt diverse steden in. In 1585 krijgt de Spaanse legeraanvoerder Bobadilla de opdracht om de Bommelerwaard binnen te vallen. Zijn leger had na de gevechten bij Antwerpen behoefte aan rust en proviand. Daarnaast moest hij er een strategische positie innemen voor het verdere offensief in het noorden.
![]()
Francisco Arias de Bobadilla (1537 - 1610) was een Spaans veldheer die in de Nederlanden vocht tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Voor hij naar de Nederlanden kwam, had hij al een berucht verleden: onder andere vocht hij bij de verdediging van de troon van Portugal tegen opstandelingen en Engelsen. Kortom Francisco Arias de Bobadilla had als veldheer een gedegen reputatie.
De aanval in de Bommelerwaard
Op 20 november 1585 vallen 4000 Spaanse elitesoldaten onder leiding van Francisco Arias de Bobadilla de voedselrijke Bommelerwaard binnen. Ze gebruiken drie pontons om net ten noorden van ’s-Hertogenbosch de rivier over te steken. Diverse strategische posities van belang voor de bevoorrading van het beoogde Spaanse offensief in de Noordelijke Nederlanden worden snel ingenomen en Bobadilla heeft vertrouwen in het succes. Hij heeft al eerder bewezen voor de koning van Spanje glorieuze overwinningen te kunnen behalen. Maar hij rekent al snel buiten de waard, verschillende factoren beïnvloeden zijn plannen. De weersomstandigheden zijn slecht en het gebied is leeg. De bevolking is weggetrokken naar het Staatse Zaltbommel. Er is weinig voedsel en de opstandige Staatse geuzen reageren snel met het sturen van een grote vloot en een al eerder bij de verdediging van Hollandse steden beproefde methode: de inundatie. Bobadilla ziet al snel in dat hij zich met zijn 4000 man infanterietroepen hier niet kan handhaven door de kou, het gebrek aan voedsel en het steeds hoger stijgende water. Hij moet snel een beslissing nemen.
De dramatische terugtocht naar de Maas bij Empel
De dijken in de Bommelerwaard worden op diverse plaatsen doorgestoken door de Staatsen en Bobadilla geeft bevel de Bommelerwaard te ontvluchten. Bij de Maas aangekomen op 2 december 1585 kan hij ternauwernood bij Empel de rivier oversteken, bestookt door de schepen van de Geuzen. De geuzenvloot van Van Hohenlohe schiet die dag met alles wat kan schieten op de in het nauw gedreven Spanjaarden, samengepakt op de dijken en kaden. Bobadilla moet nu handelen en geeft opdracht om zijn 4000 Spaanse infanteriesoldaten snel terug te laten trekken op de stad ’s-Hertogenbosch, die zich sinds de oproer aan de Spaanse kant heeft opgesteld. Een voorhoede van de Spanjaarden bereikt bijna de stad ’s-Hertogenbosch. Maar de Geuzen hebben het poldergebied tussen Empel en ‘s-Hertogenbosch al onder water gezet en de Staatse schepen drijven de Spanjaarden terug. In paniek, alles achterlatend, moeten ze zich terugtrekken op een van de hoger gelegen gebieden in de polder bij het kasteel Meerwijk. Bobadilla’s opties zijn nu beperkt. Hij zal al zijn tactische en strategische krijgskunsten moeten aanwenden om uit de val te raken.
De val klapt dicht bij Empel
De Spanjaarden zitten nu als ratten in de val, omsingeld op de dijk bij Empel. Hier bevindt zich hun hoofdmacht onder leiding van Bobadilla en worden ze voortdurend bestookt door de kanonnen op de schepen van de Geuzen. Bobadilla besluit zich in te graven bij het dorp Empel door het aanleggen van versterkingen nabij de Schanswiel, een meertje gevormd door een vroegere dijkdoorbraak direct achter de Empelsedijk. De Spaanse bevelhebber Bobadilla stuurt een noodkreet uit naar “Bolduque”, zoals de Spanjaarden de stad ’s-Hertogenbosch noemen, om met hun artillerie de Staatse schepen te verjagen uit het ondergelopen poldergebied tussen Empel en ’s-Hertogenbosch. Bobadilla moet nu handelen. Samen met zijn legerofficieren smeedt hij een plan. Hij zoekt steun in de nabijgelegen stad ‘s-Hertogenbosch en vraagt om hulp in de vorm van artillerie ondersteuning gericht op de Staatse versterkingen op de hoger gelegen posities in de polder en op de rondvarende schepen. Met veel pijn en moeite weet een aantal soldaten en officieren door de linies van de Staatsen te sluipen naar de stad ‘s-Hertogenbosch. In overleg met de bevelhebber in ’s-Hertogenbosch wordt besloten dat een vloot onder leiding van de Vlaamse officier Van Mansvelt, in dienst van de Spanjaarden, binnen enkele dagen zal proberen de omsingelde troepen te bevrijden uit hun benarde positie. Tegelijkertijd wilden de Spanjaarden dan met een negental schepen (pleyten) uit de omsingeling breken. Bobadilla geeft echter aan dat het mogelijk al te laat is. Hij dringt aan op spoed. Bobadilla gaat vanuit Empel naar zijn troepen gelegerd op een van de hoogten in het poldergebied bij Kasteel Meerwijk om zich op de hoogte te stellen van de eventuele doorwaadbaarheid van de polder om te onderzoeken of de polder ondiep genoeg was om door te steken. Het vermoeden bestaat dat het kan, gelet op de geringe waterhoogte. Bobadilla vertrouwt zijn kapitein Melchor Martinez de taak toe om, samen met drie soldaten, Van Mansvelt eerder te informeren over de toestand van het water in de polder, die van belang is voor diens geplande ontzettingsactie. Op 5 december doet Bobadilla in samenspraak met zijn hoogste legerofficieren een ultieme poging de stad ‘s-Hertogenbosch te berichten de ontzetingsactie zo snel mogelijk nu uit te voeren. Ze worden echter ontdekt en moeten halsoverkop vluchten. Daarbij verliest Bobadilla zijn belangrijke officier Melchor Martinez die dodelijk gewond raakt bij deze actie als ze worden ontdekt door het Staatse leger. Alle laatste hoop is nu nog gevestigd op de aanval door de ontzettingsvloot van Van Mansvelt. De Staatsen staan echter ook niet stil en leggen nieuwe versterkingen aan om de ontzettingsvloot tegen te houden. De tijd begint nu echt te dringen en de belegerde Spaanse soldaten raken in grote verwarring. Ze verliezen in toenemende mate de hoop op een redding. Op zaterdag 7 december 1585 is de toestand echt hopeloos, na 5 dagen op en rond de dijk. De tactiek van de Staatsen van afwachten en de Spanjaarden uit hongeren lijkt te werken.
![]()
Spaanse troepen in het nauw op de Empelsedijk (Kaart Hogenberg)
Regen en kou teisteren de onbeschutte troepen op de dijk die nog steeds onder vuur worden genomen vanaf de rondom varende Staatse schepen van de Geuzen. De voedselvoorraden raken op, maar in hun onverzettelijkheid graven ze zich verder in om tot de laatste man te vechten. De Staatse bevelhebber Van Lohenhohen bereidt al de gevangenneming van duizenden soldaten voor en stuurt een onderhandelaar met het voorstel tot overgave naar Bobadilla. Bobadilla en zijn legeraanvoerders hebben zich verzameld in een kelder waar ze schuilen tegen de voortdurende bombardementen. Ze besluiten door te vechten. Eventueel tot het einde. Ze ontvangen de onderhandelaar. Hij wordt geblinddoekt de kelder binnengeleid. Bobadilla weigert vervolgens categorisch de overgave in duidelijke bewoordingen: “Los soldados españoles prefieren la muerte a la deshonra. Hablaremos de la capitulación después de la muerte”.[1] In een opmerkelijk gebaar laat Bobadilla de onderhandelaar terugkeren met een beloning voor de Staatse verzorgers van de dodelijk gewonde geraakte kapitein Melchor Martinez. In een daad van onverzettelijkheid laat Bobadilla zijn mannen zich verder ingraven in en om Empel waar de hoofdmacht van de Spanjaarden zich bevond. Op dezelfde dag wordt plots tijdens de aanleg van verdedigingswerken door een soldaat een Maria afbeelding gevonden nabij de
kerk van Empel. De Spaanse bevelhebber Bobadilla ziet hierin een teken van hoop en grijpt de vondst aan om het moreel van zijn uitgeputte troepen te versterken. De diepgelovige katholieke Spanjaarden hopen en bidden nu om een wonder en door de iconische afbeelding van de maagd Maria rond te dragen vinden ze nieuwe moed. In de Spaansgezinde stad ‘s-Hertogenbosch wordt ook intensief meegeleefd met de bedreigde troepen vlak voor hun stad. Vanuit Orthen worden de Staatse troepen voortdurend onder vuur gehouden. De katholieke bevolking houdt de dag erna, op zondag 8 december 1585, in de stad een bidtocht met de Zoete Lieve Moeder (mariabeeld). Het is de kerkelijke feestdag van de Maria Onbevlekte Ontvangenis. Het beeld wordt tijdens een Mariaprocessie door de stad gedragen, Maria wordt via deze processie al biddend om een wonder verzocht. En zie: het wonder geschiedde.
![]()
Mariaprocessie met de Zoete Lieve Moeder (Tekening Herman Moerkerk)
De wonderbaarlijke redding
Op 8 december zet plotseling vorst in, niet toevallig de dag waarop Maria’s ontvangenis wordt gevierd, een detail dat later een rol zal spelen in de legendevorming.
Door het ijs worden de Staatse schepen gedwongen zich via een bres (opening) in de dijk bij Empel, nabij de Schanswiel, terug te trekken naar het open water van de Maas.
Bobadilla ziet de terugtocht aankomen en laat snel in het dorp Empel, bij de kerk en langs de hoge kade in de Koornwaard, extra loopgraven aanleggen en bezetten. Vanuit deze posities kunnen de Spanjaarden die zich door de bres terugtrekkende Staatse schepen met al hun resterende vuurkracht bestoken.
![]()
Mogelijke verschansing Koornwaard
De Staatsen verliezen hierbij grote aantallen troepen. Na deze aftocht is het nu mogelijk de nog overgebleven eigen Spaanse troepen over en door het ijs te evacueren naar ‘s-Hertogenbosch.
![]()
Potentiële breslocatie nabij de Schanswiel (Kaart Top.Dienst 1900)
Een mirakel. Meer dood dan levend, na wat laatste schermutselingen, komt ook Bobadilla en zijn nog resterende troepen aan in de stad. Ondanks de gestreden bittere strijd komen Bobadilla en Van Hohenlohe min of meer ridderlijk overeen het lichaam van gevallen Kapitein Melchor Martinez vrij te geven om het met Spaanse militaire eer te begraven.
De legendevorming
Totaal ontredderd zullen nog vele Spanjaarden sterven in de nasleep van de slag. Als de wonden zijn gelikt, trekt Bobadilla zich met zijn troepen terug richting Gent. De inwoners van ‘s-Hertogenbosch dankt hij voor de enorme steun en verzorging tijdens en na de slag bij Empel. De legendevorming van de miraculeuze redding bij Empel neemt zijn aanvang in Spanje. Bobadilla legt de kiem voor de latere verering van de heilige maagd als Maria Onbevlekte Ontvangenis in het Spaanse leger. Na de slag bij Empel wijst hij Maria Onbevlekte Ontvangenis aan als patrones van zijn regiment.De Spaanse koning beloont de stad ‘s-Hertogenbosch met een officiële brief voor haar steun en schenkt een gouden kelk aan de stad. Bobadilla’s reputatie als krachtig bevelvoerder is definitief gevestigd.
De Staatse troepen hebben vanuit strategisch oogpunt met succes de al eerder beproefde tactiek toegepast van de inundatie. Hele landstreken worden in een moeras veranderd waarna zelfs het toenmalige sterkste leger van wereldmacht Spanje zich moest terugtrekken. Toekomstige Nederlandse vestingbouwers als Menno Coehoorn zullen zich de macht en kracht van water bij het ontwerp van militaire verdedigingswerken blijvend herinneren.
Epiloog
Het spel met het water zal bij de verovering van ‘s-Hertogenbosch in 1629 door de zoon van Willem van Oranje, Frederik Hendrik, nog een belangrijke rol gaan spelen. Maar dan in omgekeerde vorm. Geen hoofdrol meer voor de inundatie, maar voor de contra-techniek: de ontwatering. De stad met de bijnaam “De Moerasdraak” waant zich veilig door het omringende water en de onder water te zetten hooilanden. Maar doordat de Staatsen nieuwe ontwateringstechnieken inzetten, wordt het omliggende geïnundeerde gebied rondom ‘s-Hertogenbosch leeggemalen door molens, en valt de stad uiteindelijk in handen van de Republiek.
We hebben wat te vieren! Over 4 jaar in 2029 zal 's-Hertogenbosch namelijk de verovering in 1629 gaan herdenken. Maar laten we ook het Wonder van Empel erin betrekken. Dat het 44 jaar na het Wonder van Empel is dat ‘s-Hertogenbosch in handen van de Republiek valt. En wonderlijk genoeg kunnen we in 2029 dan het feit vieren dat het 444 jaar geleden is dat de Spaanse troepen op miraculeuze wijze weten te ontsnappen uit de omsingeling bij Empel.
[1] Spaanse soldaten verkiezen de dood boven oneer. We zullen het hebben over capitulatie na de dood.