Poortregistraties 's-Hertogenbosch in de 18e eeuw

We kunnen ons in het Nederland van vandaag steeds moeilijker voorstellen hoe het is om te leven tijdens de dreiging van een oorlog. Vroeger was dat wel anders, vooral als je leefde in Brabant ten tijde van de Republiek. Staats-Brabant was als Generaliteitsland al sinds de Tachtigjarige Oorlog de frontlinie van de machtsconflicten waarin de Republiek zich verwikkelde. Niet zo heel gek, gezien het feit dat de vijand tot aan de twintigste eeuw bijna altijd uit het zuiden kwam en Staats-Brabant simpelweg in de weg lag.

Vanaf het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog in 1568 tot het einde van de Republiek in 1795 heeft Brabant dan ook geduchte vestingsteden gekend die aaneengeschakeld waren met behulp van omvangrijke inundaties: de Zuiderwaterlinie. Je kunt dus wel stellen dat men in de achttiende eeuw gewend was geraakt aan het idee van naburige vijandigheden. Het altijd dreigende Frankrijk luidde de revolutie in en was uit op gebiedsuitbreiding, en de relatie met Groot-Brittannië begon snel te verslechteren. Hoe vertaalde die realiteit zich naar het dagelijks leven in Brabant?


Figure 1: Inkwartiering van soldaten, geschilderd door George Hendrik Breitner (1857-1924). Bron: Rijksmuseum

Een recent opgezet project van Erfgoed ’s-Hertogenbosch in samenwerking met de Jheronimus Academy of Data Science (JADS) geeft ons een bijzonder inkijkje. Met behulp van datavisualisaties hebben twintig internationale studenten vier weken lang met twee bijzondere bronnen uit het Bossche archief gewerkt: de Poortregistratie tussen 1766 en 1793 en ‘Dataschurk’ (criminele procesdossiers over de periode 1550-1803). De bronnen maken inzichtelijk via welke stadspoorten de meeste personen ‘s-Hertogenbosch binnenkwamen in de tweede helft van de 18de eeuw. Ook weten we waar ze vandaan kwamen en waarom ze de Moerasdraak bezochten. Doordat deze data is gepresenteerd in een online dashboard krijgen we met gemak een beter tijdsbeeld van het achttiende-eeuwse dagelijkse leven in ’s-Hertogenbosch. Zo zien we dat 26.5% van de passanten als militair door het leven ging. Dat grote aandeel is te verklaren doordat ’s-Hertogenbosch in de achttiende eeuw een garnizoensstad was waar soldaten gelegerd waren. Door de beperkte hoeveelheid barakken sliepen deze soldaten in vele gevallen in de huizen van Bosschenaren. Langs de hele Zuiderwaterlinie stikte het van de militairen, vooral in de lente en zomer. Dat waren namelijk de maanden van het oorlogsseizoen, waardoor het aantal militairen in de stad vergeleken met de koudere maanden met gemak kon verdubbelen (zie figuur 2). En dat waren niet alleen militairen uit eigen land. Het dashboard laat dat goed zien: 91% van de buitenlandse passanten was militair en voornamelijk Zwitsers van afkomst. Vele Zwitsers verlieten in de achttiende eeuw hun land vanwege de slechte economische situatie daar en werden deels gerekruteerd in het leger van de Nederlandse Republiek. 

Figure 2: Het gemiddelde aantal passanten per maand, zowel militairen als niet-militairen.

De militaire geschiedenis van Brabant speelt zich af op een omvangrijke schaal en kent massale structuren en systemen van verdediging. De historische data die de Poortregistraties ons verschaft, brengt deze militaire historie meer tot leven en geeft ons een inkijkje in de dagelijkse realiteit van oorlogsdreiging. Het brengt de Zuiderwaterlinie tot leven, mede door het visualiseren van data. Zowel onderzoekers als geïnteresseerden komen zo dichter bij de geschiedenis te staan. Bekijk zelf het Dashboard of lees meer over de Den Bosch Time Machine.

Door: Jacob Knegtel