Rob Hopstaken - De duif van Maurits

Disclaimer: Onderstaand verhaal is los gebaseerd op feiten over het beleg van Geertruidenberg door prins Maurits in 1593. Stichting De Legendejagers heeft dit verhaal nieuw leven ingeblazen met de feiten die bekend zijn, maar het verhaal is fictief.

Opgesloten
De wind sneed guur langs zijn gezicht. Prins Maurits trok de kraag van zijn jas nog even dichter en koesterde de warmte van het bont. Even zuchtte hij. Wat had hij aan die behaaglijke warmte in zijn nek, nu hij boven in de kerktoren van Geertruidenberg zat opgesloten terwijl heel de stad krioelde van de Spaanse soldaten? Ze moesten eens weten dat de Prins van Oranje zich boven in de toren schuilhield.

Dat ellendige wachten
“Ga jij eens opwarmen binnen,” sprak de stadhouder goedmoedig tegen de rillende kapitein naast hem. “Ik heb niets aan je als je een kou vat. En het is rustig nu. Ik hou de boel in de gaten.” De kapitein twijfelde, een stadhouder was stadhouder, geen wachter. Maar aan de andere kant lonkte de warmte van het kleine vuurtje. Om beurten tuurden zij in de verte naar de horizon in de hoop hulptroepen te zien naderen. De prins maakte zich geen zorgen. Bij de inname van de stad hadden de bevelhebbers hem geadviseerd zich in de kerk te verschuilen. Geheel tegen zijn natuur in. Hij wilde bij het gevecht zijn. Omdat hulp in aantocht was leek het een tijdelijke kwestie. De Spanjaarden hadden de Prinsenhof deels aan puin geschoten. Ontsteld had Maurits toegezien hoe onder hen, rondom de kerk en op het marktplein de Staatse troepen in een oogwenk werden verdreven.

Nu was het stil in de stad. Een enkeling waagde zich nog op straat, snel en gebruikmakend van elke beschutting. Maurits vroeg zich al enige tijd af of de Spanjaarden niet verder naar het westen waren getrokken. Hij kon zich niet voorstellen dat de Staatsen hen zomaar in deze toren zouden achterlaten. Maurits was er zeker van dat zijn trouwe generaals en soldaten hem niet zomaar achter lieten. Maar het wachten duurde lang. Al die tijd was het doodstil in de stad. En toen de avondschemering inzette was voor hem de maat vol.

Vredesduif
“Kapitein, breng een duif, een veer en papier,” bromde Maurits. Met verkleumde vingers krabbelde Maurits een kort bericht. “Als de kust veilig is hang dan een witte vlag aan de paal bij het raadhuis. M.” Het briefje werd door de soldaten nauwkeurig aan een duivenpoot gebonden. Het dier werd losgelaten en verdween al snel uit het zicht. De schemering zette in. De weinige mensen die zich nog buiten waagden, waren niet meer dan schimmen. Toen, plotseling verscheen daar een witte vlag bij het raadhuis. Opgewekt daalden zij de trap af. De kapitein zwaaide de deur open en… daar staarden zij een schare aan Spaanse soldaten recht in het gezicht.

Prins in verlegenheid
Het zag er eerst niet goed voor hen uit. De Spanjaarden werden roekeloos nu zij de Prins van Oranje gevangen hadden. Maar zij hadden niet gerekend op de troepen Staatse soldaten die Geertruidenberg inmiddels genaderd waren. In een mum van tijd en keerden de rollen zich om. Maurits was vrij. Maar over deze vergissing van Maurits werd nooit meer gesproken.

Rob Hopstaken
Stichting De Legendejagers
Maart 2023

 

Zou Maurits werkelijk zo verstrooid zijn geweest?
Zou Maurits werkelijk zo verstrooid zijn geweest?